Pasen in Jerez de la Frontera met de locals

Afgelopen week had ik het genoegen om de Semana Santa met de locals in Jerez de la Frontera te mogen vieren. Met een escorte van mooie mannen in pak, die me over alle ins & outs over de tradities vertelde en een glas amontillado met mij dronken, trok ik door de stad. Tussen de regenbuien door bekeken we een processie, schuilden we in een kerk of bar en werd er gezongen en gedanst in een plaatselijke tabanco.

Pasen in Andalusië wordt gevierd als in de rest van Spanje, maar met een Andalusische twist. Veel steden en dorpen organiseren processies met prachtig versierde beelden van Christus en de Maagd Maria. Deze processies vinden plaats door de straten, begeleid door mannen en vrouwen in traditionele gewaden en puntmutsen die trommels en blaasinstrumenten bespelen. De sfeer is plechtig en emotioneel. Naast de religieuze aspecten van Pasen, wordt het ook gezien als een gelegenheid om samen te komen met familie en vrienden. Iedereen geniet van heerlijke maaltijden en traditionele gerechten en van speciale zoetigheden die alleen met Pasen worden gegeten.

Het gezag van de stad overdragen aan de kerk

Als eerste gingen we vanuit het Bodega Tio Pepe hotel naar de Kathedraal waar bij een plechtige ceremonie de burgemeester voor de komende week het gezag over de stad overdroeg aan de Hermandad Cristo de la Viga. Een serieuze aangelegenheid waar zelfs lakeien in rode pakken aan te pas komen. Van de kerk belande we rechtstreeks in bar Jaleo die onlangs zijn deuren had geopend en kwam de tafel vol te staan met de lekkerste tapas. Het werd flink vol in de bar omdat er wat buien losbarsten. Tussen de glaasjes amontillado door werd Google flink geraadpleegd om te kijken welke processie doorgingen en welke werden afgelast.

Pasen in Jerez de la Frontera duurt tien dagen waarin het leven, de dood en de wederopstanding van Jezus wordt herdacht. De Heilige Week start op de zaterdag voor Palmzondag en eindigt op Eerste Paasdag. De stad kent 43 broederschappen die tijdens de week ieder twee processies lopen. Deze genootschappen heten Cofradias en hun broederschappen heten Hermandades die de beelden van Christus én de heilige Maria op een Paso, een soort draagbaar met veel kaarsen en bloemen, ronddragen door de stad. Dat gebeurt precies op hun moment van de week. Gezien het heel veel regende, werden veel processies op het laatste moment afgelast. Een processie krijgt hoogstens een uur uitstel om uit te varen. Kan de Hermandad dan door de weersomstandigheden nog niet van start, dan zullen ze de teleurstelling moeten verwerken en wachten tot het volgende jaar. De broederschappen organiseren de dragers, de musici en de hele organisatie eromheen. Zoals bijvoorbeeld de bloemen die de Paso versieren en helemaal uit Nederland worden ingevlogen. De dragers van de Paso worden Costaleros genoemd. Zij zijn verantwoordelijk dat de Paso sereen en in de maat van de muziek gedragen wordt en weer veilig bij de kerk terugkeert. Voor en achter de processie lopen muzikanten en dragers van kaarsen, kruizen of van een staf. Om het zware gewicht lang te kunnen dragen, gebruiken de costaleros een soort van draagkussen, costals genoemd.

Puntmutsen en klaagliederen

De Nazarenos zijn gekleed in lange gewaden en puntmutsen. Zij zijn degenen die boete doen. Bij iedere processie hoort een andere groep Nazarenos die ieder ook een eigen kleur gewaad en puntmuts dragen. Tijdens de processie door de straten wordt er regelmatig gestopt omdat er vanaf een balkon een zanger of zangeres een Saeta zingt om emoties te uiten. Zelfs als je niet gelovig bent, blijf je niet onberoerd tijdens de zang waarin zoveel passie en emotie ligt. Ik kreeg er in ieder geval kippenvel van, zo mooi.

We hadden het geluk om de tussen de buien door de processie van la Paz de Fátima van dichtbij te kunnen bekijken en trokken daarna naar het Palacio de la Condesa de Casares waar we waren ´s avonds uitgenodigd door de eigenaar van Bodega Cayetano del Pino voor een glaasje en een perfect plekje op een van de balkons waar de zo dichtbij processies voorbij kwamen dat ik ze bijna kon aanraken.

Fiesta de Interés Cultural

Natuurlijk is de Semana Santa een religieuze viering maar Jerez de la Frontera zou niet Jerez zijn als ze tijdens die week niet met de hele familie naar een bar of restaurant gaan. Van de kleinste kleinkinderen tot de oudste grootouders. Er gaan dan heel wat glaasjes amontillado, oloroso en palo cortado doorheen die worden vergezeld van typische gerechten en de traditionele Torrijas gedrenkt in honing en sherry. Tijdens mijn verblijf in Jerez werd ook veel aandacht besteedt aan het culturele aspect van het feest. Denk maar eens aan de beeldhouders, kaarsenmakers, borduursters, restaurateurs, muzikanten en bloemschikkers die allemaal bijdragen tot de grootsheid en emotionele impact van de viering. De Semana Santa is dan ook uitgeroepen tot Fiesta de Interés Cultural.

In de weken voor Pasen wordt er door de Hermandades druk geoefend want het is een hele kunst om al die uren in de maat te blijven lopen, het vaste parcours te blijven volgen en fit te blijven tot het hoogtepunt wanneer uren later de processie weer terugkeert bij de kerk waar ze zijn vertrokken. Langs de vastgestelde routes staan lange tribunes die de toeschouwers een goed zicht geven. Soms zijn deze eigendom van een familie en soms kun je deze huren maar zijn ze al weken voordat de Semana Santa begint al uitverkocht. Een plekje kost al gauw rond de 70 Euro en een palco met 6 á 8 zitplaatsen ongeveer 600 euro voor een week.

Niet iedereen die naar de Semana Santa gaat is gelovig. Je moet het zien als een familietraditie waar je ieder jaar aan meedoet waarbij iedereen een diep respect toont voor hetgeen er voor zijn ogen voltrekt. Een heel sociaal gebeuren dus. Het fijne van Jerez de la Frontera is dat het een wat kleinere stad is en dat je vrij dichtbij de processies kunt komen. Er hangt een gemoedelijke sfeer, iedereen is in goeden doen en doet zijn best zich op zijn paasbest te kleden. Ook jonge knullen in pak en met een stropdas en ijdele jonge meiden met een speciaal voor Pasen aangeschafte nieuwe outfit.

Passie en Devotie

De volgende dag brachten we een bezoek aan verschillende Hermandades en kregen we uitleg van de Hermano Mayor van ieder broederschap. Soms kwamen er families binnen die bloemen brachten en spontaan een gebed opzegde of begonnen te zingen. De passie en devotie waar dat mee gedaan werd, beroerde me. Na een kort bezoek aan het onlangs geopende Lola Flores museum belanden we in een van de bekendste tabancos van de stad. Tegen het middaguur loopt El Pasaje volledig vol met volk voor een aperitiefje en wordt er spontaan flamenco gedanst en gezongen op het podium. Een echte aanrader voor wie de stad gaat bezoeken. Vervolgens gingen we op weg naar de San Mateo kerk waar de straten vol stonden in afwachting of de baar naar buiten zou komen. Net op het moment dat de deuren opengingen begon het opnieuw te regenen en werd het beeld van Jezus in veiligheid gebracht terwijl de menigte een teleurstellende zucht slaakte. Maar ons geduld werd beloond. Opeens klonk er tromgeroffel en getrompetter en kwam de baar naar buiten. God zorgde voor een flinke zonnestraal die het beeld in gouden gloed zette.

Die avond waren we opnieuw te gast in de Palacio, waar we getrakteerd werden op heerlijke sherrysoorten uit eigen bodega en op de eerste rang zaten voor het spektakel. Triest genoeg haalde een aantal Jezus- en Mariabeelden een nat pak en werden verdere processies opnieuw afgelast. Tijd dus voor ons laatste avondmaal in Bar Juanito, een begrip in de stad. Een prachtige afsluiting van een religieus, sociaal en cultureel bezoek aan de nobele stad Jerez.  

Dit zijn de dagen voor de verschillende processies die op vaste uren door de stad trekken:

  1. Viernes de Dolores
  2. Sabado de Pasion
  3. Domingo de Ramos (Palmzondag, intocht van Jezus in Jeruzalem)
  4. Lunes Santo (Jezus verdrijft de kooplieden uit de tempel)
  5. Martes Santo (Jezus kondigt het verraad aan)
  6. Miercoles Santo (Het verraad van Judas)
  7. Jueves Santo (Het laatste avondmaal)
  8. Viernes Santo (De kruiziging)
  9. Sabado Santo (De paaswake)
  10. Domingo de Resurreccion (De wederopstanding)

Tijdens mijn verblijf in Jerez de la Frontera was het eerste dat me opviel dat er zo weinig buitenlandse toeristen op straat waren. Wil je dus ooit een authentieke Semana Santa bijwonen, dan is Jerez een mooie bestemming. Ook als je niet religieus bent is het heel erg de mooie waard de paasweek in Andalusië eens mee te maken en de betekenis achter de rituelen en gebruiken te leren begrijpen. Je kunt rekenen op een prettige sfeer met hartelijke mensen die je rustig uitnodigen in de plaatselijke bar en dan spontaan een stukje flamenco voor je dansen of zingen.

Praktisch

Jerez de la Frontera ligt op een klein uurtje rijden van de steden Sevilla en Cadiz. Vanaf Malaga moet je twee uur rekenen. Via Google Play en App Store kun je de touristguide downloaden. Een handige gids met informatie en tips om Jerez op en top te beleven.

(Muchas gracias Candy, Fran, Juan, Javier, Violeta y Antonio om deze mooie momenten en plekken te delen)

Fietsen en Wandelen rond Conil

Conil de la Frontera is een van de mooiste en aangenaamste badplaatsen aan de kust van Cadiz. Het heeft een in het oog springend wit centrum dat mooi afsteekt tegen de groene duinstrook met daarachter het stadsstrand Playa de los Bateles. Het vredige kustplaatsje ligt ook nabij het natuurpark van Barbate waarnaar speciale fietsroutes voeren door een decor van stranden, kliffen en pijnbomen. Aan de rand van dit gezellige kustplaatsje ligt Cortijo Fontanilla, een gezellig hotel dat bestaat uit appartementen die gelegen zijn op een prachtig groen landgoed. 

Op verkenning door Conil

Het is fijn slenteren door de Moorse straatjes van het compacte centrum van Conil die omhoog en omlaag kruipen. Je loopt ongetwijfeld aan tegen Arco de la Villa, de enige bewaard gebleven toegangspoort. Evenmin te missen is Torre de Guzmán die beklommen kan worden voor een schitterend uitzicht. Plaza de España is het schattige plein van Conil met genoeg zaakjes voor een koffie of een hapje. Het is ook een aanrader om de uithoeken van Conil op te zoeken. In noordelijke richting kun je bijvoorbeeld een fietstochtje ondernemen naar Parque de La Atalaya, een aantrekkelijk stadspark met een eersteklas uitzicht op de zee. En in zuidelijke richting kun je een kijkje nemen bij de Río Salado. Uitmondend in de zee vormt deze rivier een geliefd gebied om te picknicken of pootje te baden.

Fietsen en wandelen in de omgeving van Conil

Wie in Conil de la Frontera bivakkeert moet zeker op de mountainbike stappen. Ideaal om te genieten van de omringende stranden, kliffen, pijnbomenbossen en buurgemeenten. Je kunt ook oostelijk gaan in de richting van Vejer de la Frontera en Barbate of westelijk in de richting van Cala de Roche en Chiclana de la Frontera. In westelijke richting kun je een decor van ongerepte baaien verwachten waarbij je glijdt over stranden en zanderige wegen en soms gaat via trappen die alleen bij eb toegankelijk zijn. De grootste baai is Cala del Aceite vlak voor de haven van Conil. Ga oostelijk om te genieten van het natuurpark La Breña y Marismas del Barbate met zijn kliffen, bossen en bijzondere fauna. Goed om te weten: in dit gebied bevindt zich een rustiek hotel omringt door tropische tuinen en met het keurmerk ‘bikefriendly’ waar je kunt genieten van schitterende uitzichten op de kust.

Beleef de Almadraba

In de maanden april mei en juni zie je vanaf het strand houten palen die in het water vlak voor de kust zijn uitgezet. Door middel van die palen wordt een doolhof van netten gebouwd, die zijn bedoeld om de rode atun de almadraba te vangen. Deze tonijn trekt gedurende het voorjaar van de Atlantische oceaan naar de Middellandse zee om daar te gaan paren. Zodra zich genoeg vissen in de netten hebben vastgezwommen, vormt een vloot van kleine vissersboten een cirkel en worden de netten omhoog getrokken. Sommige vissers springen in het water om de grote vissen binnen te halen. Er zijn maar vier dorpen langs de kust van Cádiz waar deze visvangst, die Almadraba heet, nog wordt beoefend. De tonijn, die wild gevangen wordt, is een van de grootste delicatessen van het Andalusische kustgebied. Op je fietstocht moet je zeker eens deze heerlijke atun proeven die rauw of heel even dichtgeschroeid geserveerd wordt.

Bike Friendly Hotel Cortijo Fontanilla

Cortijo Fontanilla in Conil heeft onlangs de onderscheiding Bike Territory Tourism uitgereikt gekregen door de Koninklijke Spaanse Wielerfederatie.

Dit landgoed ligt aan de rand van het stadje Conil de la Frontera, vlakbij het Fontanilla-strand en op minder dan een kilometer van de Plaza de España. Het heeft in totaal twintig appartementensuites met voorzieningen als een parkeerplaats, werkplaats en wasruimte voor fietsen, oplaadpunten voor e-bikes, fysiotherapeut, zwembad en solarium. In de bike-werkplaats zijn kluisjes en kun je energierepen en andere supplementen kopen. Je kunt hier veilig je fiets stallen maar het hotel kan ook goede huurfietsen voor je verzorgen, van mountainbike tot ebike. Het ‘Bike Territory’ certificaat van de Koninklijke Spaanse Wielerfederatie is een onderscheiding die wordt toegekend aan gemeenten, bedrijven en toeristische bestemmingen die zich inzetten voor de promotie van de wielersport. Cortijo Fontanilla wil graag tegemoetkomen aan de behoeften van de fietser. Zo kunnen klanten van het hotel hun fiets stallen in een ruimte die wordt bewaakt door videobeelden, en kun je in de werkplaats kleine reparaties uitvoeren. Ook zijn er laadpunten om elektrische fietsen op te laden en een kleine EHBO-kit.

Fijne fiets- en wandelroutes

De staf van het hotel heeft samen met een fietsorganisatie acht routes uitgewerkt die zijn goedgekeurd door de federatie. Het zijn routes van verschillende duur, moeilijkheidsgraad en typologie. Sommige routes gaan langs de kust en over hoge kliffen en anderen door de heuvels langs vlaktes waar je soms oog in oog staat met enorme stieren. Er zijn kleine routes mogelijk van ongeveer 25-30 kilometer en andere van maximaal 180 kilometer die professioneler zijn. Bovendien krijgt de recreatiefietsers tips voor onderweg, Bijvoorbeeld als je naar Medina gaat, vertellen ze waar je kunt stoppen voor een boerenontbijt met het typische brood van Cádiz. De eigenaren van het familiehotel wil graag dat je Conil en Cádiz voor de volle honderd procent ervaart. Rondom Conil kun je ook uitstekend wandelen. Voor wandelingen kun je een kijkje nemen in deze Nederlandstalige wandelgids. In de receptie van het hotel helpen ze je graag op weg.

Conil de la Frontera ligt 47 km vanaf de stad Cadiz en 150 km vanaf Sevilla. Ik loggerde in Cortijo La Fontanilla, dat aan de rand van het stadje ligt. Een groene oase van rust met diverse individuele huisjes compleet ingericht met keuken.

Avenida la Marina Nº2, 11140 Conil de la Frontera, Cadiz

www.cortijofontanilla.com +34 956 441024

Olvera, een wit dorpje, hoog op de berg, met historische architectuur

Afgelopen voorjaar waren via het digitale platform Escapada Rural tien Spaanse dorpen genomineerd die gekozen konden worden tot beste rurale toeristische bestemming. Het Andalusische bergdorp Olvera in de provincie Cadiz kwam dit jaar als winnaar uit de bus.

Er hadden zich 247 Spaanse dorpen aangemeld om op te stemmen. De voorwaarden zijn dat het voorgedragen dorp niet meer dan 10 duizend inwoners heeft, bereid is tot het creëren van hoogwaardige toeristische faciliteiten en niet eerder aan de wedstrijd heeft meegedaan.

De oorsprong van de huidige stad Olvera ligt rond het Moorse kasteel uit de Nasrid periode van de 12e eeuw. Van hieruit krijg je een mooi overzicht over de massa witte huizen en smalle straatjes, die deel uitmaken van de architectuur met islamitische wortels waar deze streek om bekend staat.

Het kasteel maakte deel uit van de verdedigingsgordel voor het Moorse koninkrijk Granada, zo´n 623m boven de zeespiegel. Het is een schitterend neoklassiek bouwwerk uit de late 18e eeuw dat gebouwd is in opdracht van de hertogen van Osuna op over de fundaties van een oude Arabische. De imposante kerk boven op de heuvel nodigt uit om van dichtbij te gaan bekijken, evenals de toren die duidelijk bij een kasteel behoorde. 

De naam van dit witte dorpje is waarschijnlijk afkomstig van het woord Ulva of van Olivera omdat er zoveel olijven in deze regio groeien. De Romeinen werden verjaagd door de Visigoten welke op hun beurt weer verjaagd werden door de Invasie van de Berbers uit het Noorden van Afrika. In die Moorse tijd werd het dorp Wubira genoemd.

Veel later viel het dorp onder het gezag van de bekende familie Guzman en later de hertogen van het nabij gelegen Osuna. Doordat er een verbinding bestond met de nieuwe wereld ging het goed in Olvera, dit doordat de veroveraar van het huidige Peru uit Olvera kwam. Toen dit wegviel ging het bergafwaarts met het plaatsje. Zeker toen ook nog eens de Fransen Spanje bezetten. Het dorp is absoluut een bezoekje waard, al we wel al direct waarschuwen….. het hele dorp is één grote klimpartij…!

Op twee kilometer van het centrum kun je ook het heiligdom Nuestra Señora de los Remedios bezoeken. Een sober 18e eeuws pand, gelegen tussen de olijfbomen en rotsen waar de patroonheilige van Olvera, de Virgen de los Remedios, wordt vereerd. Al sinds 1917 wordt er op iedere tweede maandag na Paaszondag  een populaire bedevaart gevierd.

En last but not least vind je in deze groene omgeving ook de Via Verde de la Sierra, een 36 kilometer lang wandel en fietspad. Deze groene route gaat over de oude spoorlijn die begin 20e eeuw is aangelegd tussen het welvarende Jerez de la Frontera en Almargen, tussen de provincies Cadiz en Sevilla. Het traject loopt van Olvera tot Puerto Serrano enpasseertde plaatsen Coripe, Montellano en Pruna. 

De Via Verde kan te voet, per fiets of te paard worden gevolgd. Bijzonder is dat deze spoorlijn nooit in gebruik is genomen. Na de start van de bouw begon de Spaanse burgeroorlog en daarna de economische crisis. De tunnels, viaducten, stations waren allemaal al aangelegd maar toen werd in één klap alles stopgezet.

Langs dit pad bevindt zich ook een van de hoogtepunten van de tocht: het Natuurpark Peñón de Zaframagón. Een spectaculaire rots met een kolonie van meer dan 200 vale gieren, één van de grootste kolonieën van Europa.

Wandel mee door de straten van Olvera

Fiets mee over de Via Verde

Meer informatie over de Via Verde de la Sierra in het Engels

Flamenco, van puur, naar pop, naar jazz en fusión

Flamenco hoort bij het beeld dat we allemaal van Spanje hebben.

Deze zinderende samenvoeging van zang en dans is ontstaan halverwege de achttiende eeuw bij zigeunergezelschappen in Andalusië. Deze zigeunerstammen zijn vermoedelijk gevormd toen er eerdere zigeunerfamilies uit India, Egypte en Noord Afrika emigreerden. De huidige flamenco heeft zonder twijfel invloed van Noord Afrikaanse klanken.

De streek die het historische hart van de flamenco vormt, ligt in de driehoek Sevilla, Jerez en Cádiz. Van daaruit is het door heel Andalusië verspreidt. Ook Granada heeft een eigen flamenco tradities onder de zigeunerfamilies in Sacramonte. Als je naar Spanje gaat, moet je minstens één keer de sfeer van flamenco proeven. Het woord flamenco is niet alleen muziek of dans. Het verwijst naar een levensstijl of zelfs naar een persoon die ongebonden, emotioneel, onvoorspelbaar en anti-burgerlijk is. Een soort bohemien dus.

 

Stijlen

De basis van flamenco is een spontane uiting over de vreugde en het verdriet van alledag. Om een kenner van flamencomuziek te worden zou je je moeten verdiepen in de vele stijlen die zijn ontstaan. Zoals Martinetes die werden gezongen in de smederijen van de oude zigeunerwijk Triana in Sevilla. En bijvoorbeeld de bekende Bulleria of Alegria.

Op het gebied van zang zijn het de liederen, die vaak worden aangeduid als canto hondo, die het meeste aanzien genieten. Letterlijk betekent dit diep gezang en het is dan ook deze stijl waarin de meest diepe emoties naar boven komen. Het is het allerhoogste niveau wat een flamencozanger kan bereiken. Natuurlijk is het de bedoeling dat het publiek zo nu en dan Olé roept want Flamenco is een spontaan groepsgebeuren dat groeit naarmate de gevoelens sterker worden (en de drank rijkelijker vloeit…).

Menging met moderne muziek

In de pure flamenco zijn er twee artiesten die in de jaren zeventig de grondslag hebben gelegd voor een nieuwe, controverse flamingovorm. De briljante Paco de Lucia, bezat een onberispelijke techniek die hem in staat stelde de pure flamenco op eigen wijze te vernieuwen Hij vond inspiratie in een aantal Latijns-Amerikaanse ritmes, werkte samen met internationaal befaamde jazz musici en trad op over de hele wereld.

Voor de pure flamenco was de opkomst van, de uit Cádiz afkomstige jonge zigeuner en canto hondo zanger, Cameron echter nog belangrijker. Hij bouwde een reputatie op door zijn wilde levensstijl. In 1992 overleed de befaamde Cameron de la Isla (dat garnaal betekent omdat hij zo mager was) op 41-jarige leeftijd.

Bij menig internationaal liefhebber van Spaanse muziek en flamenco leven zowel de gitaarklanken van Paco de Lucia als de karakteristieke stem van Cameron voort op een playlist van Spotify of op de mobiele telefoon.

Veel tegenstrijdigheden.

Elke nieuwe uiting van flamenco, in combinatie met andere muziekstijlen, lokt iedere keer weer een storm van protesten uit bij de puristen. Flamencodanser Joaquin Cortes mag met zijn mengeling van flamenco en jazz en moderne dans dan veel publiek trekken in Spanje en ook in het buitenland, fanatieke flamencoliefhebbers omschrijven zijn optredens als onecht.

De laatste jaren zijn er steeds vaker experimenten met flamenco en rock gedaan die inmiddels ook een bloeiend bestaan leiden. Elke zomer worden overal in Zuid Spanje door de overheid gesubsidieerde flamencofestivals gehouden die een geestdriftig publiek trekken.

Ook zie je steeds vaker dat Andalusische zangers zich mengen met Marokkaanse groepen, zoals El Lebrijano met het orkest van Tanger. Jongere flamencoliefhebbers echter waarderen de tegenwoordige fusiongroepen die flamenco combineren met instrumenten als fluit, saxofoon en zelfs viool.

 

De mooiste flamenco uitvoeringen die bij mij persoonlijk een onuitwisbare indruk op hebben gemaakt zijn:

Het optreden van Paco de Lucia met Jan Akkerman in Nederland in de jaren zeventig

Een spontaan optreden van een flamencofamilie in een bar in Jerez de la Frontera, dat daar een dagelijks gebeuren is.

Een gepassioneerd optreden  in een grot van El Sacramonte in Granada, terwijl op de achtergrond het verlichte Alhambra schitterde.

En de kennismaking met de moderne flamenco fusion groep van Sergio de Lope uit Priego de Cordoba.

 

 

 

Acht supertips voor een Covid Safe vakantie in Andalusië

“Spanje wacht op jullie!” Als een van de laatste Zuid- Europeese landen in de rij nodigde premier Sánchez zaterdag toeristen uit om vooral de zomer door te brengen in zijn land.  De hoop op een mooie zomervakantie wordt alleen maar groter, nu ook Spanje zijn grenzen voor buitenlanders gaat openstellen

We garanderen dat toeristen geen risico zullen lopen, zegt premier Sanchez. Deze stap komt niet als verrassing; eerder in de week kondigde de minister van Transport al aan dat het buitenlandse toerisme vanaf eind juni weer op gang gebracht wordt. Volgens de minister wordt daarbij dan wel gekeken naar de gezondheidssituatie in het land waar mensen vandaan komen en waar de toeristen in Spanje naartoe willen. Hij zei ook dat de Spanjaarden en residenten dan weer buiten hun eigen provincie mogen reizen.

Kom jij naar Spanje of woon je in Spanje en zou je tijdens je vakantie massatoerisme en drukte willen vermijden? En zou je bovendien plekken willen bezoeken met rust en ruimte of fysiek bezig willen zijn? Dan geef ik vast 8 supertips!

 

Tien verborgen plekjes aan de Costa Tropical. Meer dan zon en zee…

 

20190315_104733

De Costa Tropical is het bescheiden buurmeisje van de Costa del Sol en bestrijkt de 73 kilometer lange kustlijn van de provincie Granada. Er zijn tientallen stranden en kleine baaien met kristalhelder water, meer dan 300 dagen zon per jaar en een gemiddelde temperatuur van 20 graden.

Aan de tropische kustlijn liggen 19 dorpen. De bekendste zijn Almuñécar, La Herradura, Motril en Salobreña. Naast deze stranden zijn er kleine en rustige baaien gelegen in Albuñol, Castell de Ferro, en Polopos.

Naast de tropische kust biedt dit gebied talloze culturele, sportieve en gastronomische mogelijkheden. En natuurlijk de prachtige natuur. In dit artikel beschrijf ik 10 verborgen plekjes met activiteiten die je het hele jaar door kunt ondernemen.

 

Castellar de la Frontera, van Moren tot Hippies

 

Het dorp Castellar de la Frontera ligt in de provincie Cádiz. Het is onderdeel van het achterland van el Campo de Gibraltar en grenst aan de gemeenten San Roque, Jimena de la Frontera, Los Barrios en Alcala de los Gazules, in het natuurpark Los Alcornocales. De uitgestrekte gemeente is opgesplitst in drie centra; Castellar Viejo, Castellar Nuevo en Almoraima.

Dit historische vestingdorp staat bekend om zijn kasteel, het woord ‘Castellar’ betekent letterlijk ‘ plaats van het kasteel’. Castellar de la Frontera Vieja ligt hoog op een heuveltop en heeft een indrukwekkend zicht over de provincies Cadiz en Malaga. Ooit was het een waar kunstenaarsdorp met een bijzondere aantrekkingskracht. Als je wandelt door de smalle kronkelige straatjes, die uit de islamitische periode stammen,  voelt het net of je even door de geschiedenis wandelt.

Een aantrekkelijke en rustige omgeving omringt door de dorpen van het Campo de Gibraltar gebied en het natuurpark Los Alcornocales.

 

Ubeda, werelderfgoedstad in één dag

 

Úbeda is een bestemming die je, als je in Andalusie bent, zeker moet bezoeken. Op mijn route door de provincie Jaén kon ik er niet omheen, Ubeda is samen met Baeza, een werelderfgoedstad. Het zijn twee dorpsnamen die onvermijdelijk samenvallen en door Spanjaarden in een adem genoemd worden als topexcursie. Waarom? Omwille van de prachtige renaissance stijl waarin deze dorpen, beide UNESCO Werelderfgoed, rijkelijk baden. Een stijl die vrij uniek is in Spanje!

Ook de gastronomie is er een bron van genot. Dit is de poort van Andalusië, waar een zee van olijfbomen je welkom heet voor je het verleden in deze dorpjes binnen treedt. Welkom in de provincia Jaen, gastvrij en zonnig! Met bovendien het grootste natuurpark van Andalusië, La Cazorla.

 

Roadtrip en fietsen door de Sierra Subbetica

 

Het natuurpark Sierra Subbetica ligt in Andalusië, op slechts een uurtje rijden van Cordoba of Malaga stad. Het is de thuishaven van één van de grootste kolonies griffioengieren van Spanje en sinds 1988 een erkend natuurpark. Het natuurpark heeft een oppervlak van 31.568 hectare en beslaat de witte dorpen Cabra, Carcabuey, Doña Mencía, Iznájar, Luque, Priego de Córdoba, Rute y Zuheros. De meest bezochte dorpen zijn: Cabra met de hermitage, Iznajar met het stuwmeer en Zuheros.

In het natuurgebied zijn negen bewegwijzerde wandelpaden. Daarnaast is de “Via Verde de Subbetica” een aanrader. Een traject dat vroeger dienst deed als spoorlijn en dat je langs prachtige plekken en via diverse tunnels en viaducten voert. Hoe kun je deze mooie plekken combineren en plan je je je bezoek om de dorpen en de omgeving goed te leren kennen? Ik raad je aan om er drie dagen voor uit te trekken en twee overnachtingen te reserveren.

 

Walvissen en dolfijnen spotten vanuit Tarifa

 

Tijdens de warme zomerse dagen in Andalusië is het heerlijk vertoeven op het water. De Straat van Gibraltar, de zeestraat tussen Zuid-Spanje en Marokko, is een van de beste plekken in Europa om dolfijnen, orka’s en walvissen te spotten. Het voedselrijke water van de Straat van Gibraltar is het leefgebied van verschillende soorten walvissen en dolfijnen. Van april tot oktober vertrekken er vanuit Tarifa dagelijks whale watching tours, waarbij je de indrukwekkende zeezoogdieren van dichtbij kunt bekijken.

Er komen zeven soorten walvissen en dolfijnen voor in de Straat van Gibraltar. Vier daarvan verblijven er het hele jaar: de gewone dolfijn, de griend walvis, de tuimelaar en de gestreepte dolfijn. De Orka’s komen in juli en augustus naar de Straat van Gibraltar om de blauwvintonijnen op te wachten die dan terugkeren uit de Middellandse Zee. Potvissen zijn van maart tot juli te spotten. Zij jagen in die periode op diepte op de reuzeninktvis. En vinvissen passeren de zeestraat tussen mei en juli op doortocht van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee.

 

Zomerochtend in Cádiz.

 

El Lorenzo, zoals de zon in Spanje ook wel genoemd wordt, straalt aan de azuurblauwe hemel. Ik heb zojuist de honderddrieënzeventig traptreden van de Torre Tavira beklommen en sta op het vijfenveertig meter hoge dak dat uitkijkt over de oudste stad van Europa. Torre Tavira bestaat uit twee verdiepingen met daarop nog een torentje. Via een stalen deur kom ik de Camera Oscura binnen. Mijn ogen moeten even wennen aan de duistere ruimte, maar al snel zie ik de schim van gids Ramon die begint uit te leggen hoe de Camera Oscura werkt.

De oudste en meest liberale stad van Europa in die tijd, ontwikkelde zich tot de belangrijkste havenstad van Spanje. Mannen van de zee, een en al zout en horizon, brachten de schepen over de Atlantische Oceaan naar de goudgebieden van andere continenten.
In de haven heerst nog altijd de sfeer van weleer. In gedachten zie ik een excentrieke dame in een robijnrode jurk voet aan wal zetten en in een rijtuig stappen. Ze laat zich rijden naar het chique Balneario aan de Playa la Caleta waar ze het rijtuig verlaat en de koetsier, die haar hutkoffer aflaadt, wat munten in de hand stopt.

 

Alcala La Real en La Fortaleza de la Mota

 

Hoe vaak ben ik er niet voorbij gereden op een tocht van Granada naar Cordoba: ´La Fortaleza de la Mota´ in Alcala la Real, een majesteus fort dat hoog vanaf een berg over de olijfvelden uitkijkt. Het sprookjesachtige beeld intrigeert me al jaren. Hoog tijd voor een bezoek dus.

Alcala is het Moorse woord voor fort en het zijn dan ook de Moren die in 713 de berg veroveren en er als eerste een enorme moskee bouwen. De stad die rond de moskee ontstaat, heet in die tijd Qul´at en is het bezit van de Banu Said familie. De roemruchte burcht neemt een bijzondere plaats in als het gaat om de bescherming van het Alhambra in Granada en is vanaf dat moment een gewild strategisch punt waar flink om wordt gestredenEeuwenlang ligt Alcalá la Real in het grensgebied van het Arabische en Christelijke Spanje, het deel van Andalusië dat overheerst werd door de Arabieren en dat deel wat op hen heroverd was.

Overigens kun je in de binnenlanden van Andalusië ook een kastelentocht maken.

 

Sherry proef je in Jerez

 

Er is maar één manier om sherry echt te proeven: onder de strakblauwe hemel van Andalusië, met je voeten op de kalkhoudende aarde, met tapas en ritmische gitaarklanken erbij. Sherry, de drank die voor de Britten zo belangrijk werd, wordt gemaakt van Palominadruiven uit het bijzondere kalkwitte gebied in het puntje van Andalusië, Jerez.  De driehonderd dagen zonneschijn per jaar geven een gemiddelde temperatuur van bijna 20 graden. Je vraagt je af hoe er daar een druif kan groeien, maar dat komt onder andere door de invloed van de Atlantische Oceaan die er voor zorgt dat er tussen oktober en februari zo’n 600 millimeter aan water valt.

Hoofdstad van de sherry is Jerez de la Frontera, een levendige stad midden in Andalusië waar de wijngaarden zich rondom uitstrekken. Alle grote en bekende sherrybodega’s zoals Osborne, Sandeman, Gonzalez Byass zijn hier gevestigd. Het oude centrum is Spaanser dan Spaans met zijn tapasbarretjes, pleinen en patio’s, flamenco, smalle straatjes, kleurige bougainville, witte muren en Mariabeeldjes. De prachtige architectuur en een geschiedenis van drieduizend jaar wijnhandel maken Jerez tot een aantrekkelijke plek voor wijnliefhebbers.

Jerez is een uitstekende uitvalsbasis voor wijnroutes door Malaga en Cadiz. Bovendien kun je in de stad Jerez de Koninklijke paardrijschool bezoeken en de Andalusische danspaarden zien optreden.

 

Met deze tips kun je er zeker van zijn om in alle rust de mooiste plekjes van Andalusië te ontdekken. Wandelen, fietsen, wijn en olijven proeven, dolfijnen spotten, openluchtmusea en schitterende natuurparken. Er zit vast iets voor je bij.

Nu nog wachten tot we mogen…

En in de tussentijd…Andalusië wacht op je!

 

 

 

Sherry proef je in Jerez

Er is maar één manier om sherry echt te proeven: onder de strakblauwe hemel van Andalusië, met je voeten op de kalkhoudende aarde, met tapas en ritmische gitaarklanken erbij. Sherry, de drank die voor de Britten zo belangrijk werd, wordt gemaakt van Palominadruiven uit het bijzondere kalkwitte gebied in het puntje van Andalusië, Jerez.  De driehonderd dagen zonneschijn per jaar geven een gemiddelde temperatuur van bijna 20 graden. Je vraagt je af hoe er daar een druif kan groeien, maar dat komt onder andere door de invloed van de Atlantische Oceaan die er voor zorgt dat er tussen oktober en februari zo’n 600 millimeter aan water valt.

20160530_192651

In Nederland dronk gedurende de zeventiger jaren bijna iedere hippe dame sherry. Deze dames nippen waarschijnlijk nog steeds van hun dagelijkse glaasje Medium. Maar er is meer te beleven op sherrygebied. Wie eenmaal heeft geproefd hoe lekker tintelfrisse Manzanilla smaakt bij oesters of garnalen, hoe goed de Cream het doet on the rocks en hoe fantastisch de zoete Pedro Ximénez combineert met zoete desserts, gaat zeker voor de bijl.

20160530_192128

Hoofdstad van de sherry is Jerez de la Frontera, een levendige stad midden in Andalusië waar de wijngaarden zich rondom uitstrekken. Alle grote en bekende sherrybodega’s zoals Osborne, Sandeman, Gonzalez Byass zijn hier gevestigd. Het oude centrum is Spaanser dan Spaans met zijn tapasbarretjes, pleinen en patio’s, flamenco, smalle straatjes, kleurige bougainville, witte muren en Mariabeeldjes. De prachtige architectuur en een geschiedenis van drieduizend jaar wijnhandel maken Jerez tot een aantrekkelijke plek voor wijnliefhebbers.

20160530_192544

Rond lunchtijd duikt een Jerezano een van de vele tapasbarretjes in voor zijn eerste glaasje Fino. Deze frisse, droge sherry is gemáákt voor de tapas. Of het nu rauwe vis is, gefrituurde inktvis, garnalenkroketjes, olijven, amandelen, Manchegokaas of Spaanse ham, een goed gekoelde Fino is een ideale aperitiefwijn die schreeuwt om er iets bij te knabbelen.

7

De sherrywijnen ruiken anders dan witte wijn doordat ze in de Amerikaans eikenhouten vaten rijpen onder een bedje van speciale gisten, wat extra alcohol krijgen en er verschillende oogstjaren worden gemengd.

2

Het procédé

Alle sherry begint zijn leven dry. Dit zijn de Manzanilla of Fino´s. Na volledige gisting bevatten de wijnen 12 a 13 procent alcohol. De beste wijnen worden versterkt naar 14 tot 16 procent. De eersten gaan op vat en de laatsten worden opgeslagen om later als blends te gebruiken. In het vat onstaat flor. Dat is een wattige gistlaag van restsporen van de wijn die op de vloeistof in het vat drijft en de wijn uiteindelijk zijn karakterestieke smaak geeft. Na enige maanden worden de finowijnen opnieuw versterkt tot ruim 18 procent en dit worden de Olorosos.

5

Stel je een piramide van rijen met tonnen voor. De onderste tonnen worden solera genoemd. Elk jaar mag er maar eenderde van de wijn uit deze tonnen verkocht worden. De tonnen worden daarna bijgevuld met een wijn uit een van de tonnen erboven die criaderea (kinderkamer) heet en deze wordt weer aangevuld met wijn uit de vaten erboven. Tegen de tijd dat een wijn het hele systeem doorlopen heeft, kan er tussen de vijf en honderd jaar verstreken zijn. Sherry moet minstens drie jaar rijpen, maar in de meeste bodega´s laat men hem veel langer liggen. Wanneer het tijd is om de sherry tekeuren, neemt de keldermeester met zijn venencia, een smalle zilveren bekertje aan een soort hengel, een monster uit het vat.

4

Om het sherryproces te begrijpen kun je het beste op bezoek gaan bij een bodega en voorzichtig nippen van een glaasje uit een hele reeks opbouwende smaken. Misschien bevalt de lichtgekleurde Manzanilla of Fino je. Of geef je de voorkeur aan een Amontillado, Oloroso of Palo corto. Hou je meer van een tikje zoet, dan ga je waarschijnlijk voor de goudkleurige Pale Cream, Medium of Cream. Maar kies je voor een dessertwijn, dan zal de donkere Moscatel of Pedro Ximenez je meer bevallen.

1

Ondanks dat het sherryproces op eeuwenoude tradities is gebaseerd, heeft bodega Marques del Real Tesoro op aanraden van vinologen voor een innoverende methode gekozen. In de enorme bodega´s waar het hoogwaardige gouden vocht ligt opgeslagen, wordt ieder uur twintig minuten klassieke muziek gespeeld om de kwaliteit van de wijn te verhogen.

20160530_193841

 

Als je op je bezoek aan Andalusië de plaats Jerez aandoet, dan kun je een bezoek aan een van de bodega´s eerlijk gezegd niet overslaan. Mijn persoonlijke aanbeveling is Bodegas Tradicion. Hier kun je een boeiende rondleiding in vloeiend Engels of Duits aanvragen. Na afloop kun je deelnemen aan een proeverij van wijnen waarvan sommigen meer dan 40 jaar oud zijn.

3

 

Het bijzondere van Bodegas Tradicion is dat men alle handelingen nog op authentieke wijze doet. Zo worden alle data op de etiketten met de hand geschreven en krijgt iedere fles een persoonlijk waslaagje rondom de dop dat één voor één wordt aangebracht. In de bodega bevindt zich ook een artgallery met schilderijen van onder andere Velazquez, El Greco en Goya. Kortom, deze bodega biedt een voortreffelijke combinatie van eeuwenoude tongstrelende én beeldende kunst.

 

Met dank aan:

Spaans Verkeersbureau in Den Haag

Turismo Andaluz

Bodega Marques Real de Tesoro

Bodegas Tradicion

In Jerez de la Frontera wordt om de twee jaar in mei een bijzondere sherryfair gehouden in het Alcazaba. De eerstvolgende beurs vindt plaats in mei 2018.

 

 

 

 

 

De dansende raspaarden van Andalusië

Op een prachtige voorjaarsmorgen wandel ik met Javier, de public relations managervan de Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre, over het enorme complex van de paardrijschool waar 115 Andalusische raspaarden een koninklijk onderkomen hebben.

20160531_113506    20160531_113404

De Real Escuela werd in 1973 door Alvaro Domecq Romero opgericht, nadat hij de hoogste prijs voor paardrijkunst van Koning Juan Carlos van Spanje in ontvangst mocht nemen. Alvaro Domecq, van de bekende sherryfamilie Domecq, was namelijk de eerste persoon die de kunst verstond om paarden te laten dansen, tijdens zijn demonstratie Como bailan los Caballos Andaluces. Met zijn passie voor paarden besloot hij zich na het ontvangen van de prijs, toe te gaan leggen op de bescherming en het fokken van het ras en het overbrengen van de klassieke Andalusische dressuur.

20160531_121424    20160531_123346

Inmiddels is de school een koninklijk erkende paardrijopleiding waar profesionele ruiters worden begeleidt. Javier vertelt me dat het instituut eigenlijk geen school is, maar een Universiteit, want ze kunnen met trots zeggen dat er op het allerhoogste niveau les wordt gegeven. De public relations en ik wandelen via de botanische tuinen naar het Palacio del Recreo de las Cadenas en van daaruit bezoeken we de stallen en leslokalen.

Eerst nemen we een kijkje in de zadelmakersklas waar door jonge studenten enorme lappen leer worden gesneden. Van daaruit lopen we naar een veld waar zes paarden een prachtig rijtuig voortrekken door koetsiers in opleiding. We nemen ook even de tijd om bij de kliniek binnen te gaan, waar een aparte opleiding voor dierenarts is exclusief gericht op paarden. En van daaruit wandelen we naar het Museo de Enganche, het interactieve koetsmuseum waar het heerlijk koel is. Het blijkt een oude sherrybodega geweest te zijn.

20160531_124430    20160531_125450

Waar je ook kijkt, overal is activiteit en iedere hoek straalt de liefde voor het edele dier uit. In de schaduw van de ochtendzon sla ik dressuurlessen gade terwijl hier en daar tevreden gebries en gehinnik klinkt. Dan moet ik me haasten om, voordat de voorstelling begint, snel nog even het Museo del Arte Ecuestre door te rennen.

Even later word ik met een grote perskaart op mijn borst als enige in de Koninklijke loge gezet. Mijn illusie dat ik een very important person ben, wordt me al snel ontnomen als Javier vertelt dat ik daar enkel zit omdat ik als enige persoon voor het Nederlandstalige blog foto´s mag maken. Het publiek mag namelijk niet fotograferen en kijkt jaloers naar mijn vorstelijke plaats waar ik een eminent zicht op de arena heb.

 20160531_125602    20160531_125551

En dan begint het! Op Spaanse klassieke muziek worden er acht choreografieën van klassieke dressuur opgevoerd. Muziek, ruiters en paarden worden één. Ik ben getuige van een optreden van verfijne perfectie van paardrijkunst met volbloed Spaanse raspaarden. Wat een dicipline! En wat een technisch niveau! De paarden maken kleine dansende dribbelpasjes en balanceren op hun achterbenen. Anderen lopen geometrische patronen en dansen zijwaarts. Ook is er een gedeelte waar koetsiers  een staaltje van hoge dresuur demonstreren. De paarden die er verzorgd en ontspannen uitzien  beleven zichtbaar plezier aan hun ´ballet´. Ook als je geen paardenliefhebber bent is dit spektakel een boeiende belevenis die je getuige maakt van een indrukwekkend onderdeel van de Andalusische paardencultuur. De demonstratie is een eerbetoon aan het edele ras.

Aan het einde van de demonstratie staan er acht statige en nieuwsgierig kijkende paarden voor mijn neus. De ruiters nemen afscheid en nemen beleefd hun hoofddeksel voor me af. Alle ogen zijn op me gevestigd en even voel ik me ongemakkelijk. Ik besluit om waardig te knikken en kan me gelukkig snel achter de camera verschuilen om een foto te maken…

20160531_131910    20160531_133023

De Pura Raza Española is een leergierig en bereidwillig paardenras. Het is een eeuwenoud ras afkomstig uit de streek rond Sevilla en is met haar barokke uiterlijk in de loop der eeuwen van grote invloed geweest op verschillende paardenrassen elders in Europa.

Je kunt de Real Escuela Andaluza de Arte Ecuestre, dat in het centrum van Jerez ligt,  momenteel op iedere dinsdag en donderdagmorgen bezoeken. De voorstelling begint om 12.00 uur maar je kunt gerust al om 10.00 naar binnen om het gehele complex, de stallen en de tuinen te bekijken. Kijk voor meer informatie en tijden die eventueel veranderen op de webpagina

Op de school worden behalve jaaropleidingen ook veertiendaagse cursussen gegeven aan internationale ruiters van hoog niveau. Voor meer informatie kun je contact opnemen met de opleiding

20160531_125353

Met speciale dank aan La Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre in Jerez de la Frontera voor de bijzondere ontvangst en uitgebreide rondleiding.

( Het is niet toegestaan foto´s van dit blog te kopieëren)